Ooit afgevraagd waarom die zwart-wit portretten van Hollywood sterren uit de jaren 30 zo indrukwekkend zijn? Uiteraard waren het foto's van mooie mensen, stevig in de make-up gezet en mooi uitgelicht. Maar als je goed kijkt zie je ook dat vaak alleen de ogen scherp zijn. Zelfs het puntje van de neus valt al buiten de geringe scherptediepte. De oorzaak: gigantische negatieven. Vaak nog van glas, maar in ieder geval 8x10 inch of groter. Dan heb je zelfs bij een objectief met een lichtsterkte van f/11 nog maar een paar centimeter scherptediepte. Resultaat: de ogen spatten van de foto af.
Bijna een eeuw later fotograferen wij met piepkleine sensors in onze digitale camera's. Vervolgens klikken wij daar ultra-zoomobjectieven op met een maximaal diafragma van f/4.5. Resultaat: een portret van voor tot achter scherp. Inclusief de achtergrond met de Eiffeltoren (leuk) of die lantaarnpaal (niet de bedoeling). Resultaat is dat jouw blik maar moeilijk de ogen van de geportretteerde vindt. Geen contact dus.
Toch kan het nog wel hoor. Met 200 mm (320 mm op full frame) en op diafragma f/2.8 krijg je bovenstaand resultaat. Zet het in de computer om in zwart-wit, verhoog het contrast en je bent weer terug in Hollywood 1932. Alleen was Jan zijn T-shirt toen nog gewoon ondergoed en had Lotte's haar stijf gestaan van de haarlak. Is er toch nog iets veranderd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten