Je weet dat het goed voor je is, dat knotten, maar het is elke lente weer even schrikken. Daar sta je dan: twee kale leilinden en een grote bos takken op de grond. Elk jaar stop je als boom al je energie in het produceren van een natuurlijk zonnescherm. De bewoners van het huis profiteren van de verkoeling die de schaduw van jouw bladeren oplevert. Wat krijg je daar als boom voor terug? Bar weinig. Eerst verlies je al je bladeren in het najaar. Vervolgens sta je de hele winter te kijk met die kale sprieten die overal uit je lijf steken. Dus nieuwe bladeren produceren. Dat willen die mensen toch? Weer niet goed. Zitten je takken eindelijk vol knoppen en daar is dat vervelende mannetje met zijn trap en snoeischaar. Binnen een uur wordt je volledig in je groei geknot. Gelukkig zijn er nog die goed verborgen knoppen op je dikke armen. Vol energie om nog voor deze zomer weer volop in blad te staan. Een linde krijgen ze niet klein.
En die arme takken op de grond? De meeste verdwijnen in stukjes in de GFT bak. De mooiste exemplaren komen in een vaas in de huiskamer. Als voorproefje op het Wonder van de Lente: een explosie van nieuw leven uit dat ogenschijnlijk dode hout. Precies zoals het bedoeld was.
dinsdag 31 maart 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten